Klaas Hoogenboezem over Het huis aan het meer

Home / Nieuws / Klaas Hoogenboezem over Het huis aan het meer

 25-4-2019 | Op donderdagavond, 25 april waren ruim 50 geïnteresseerden naar hotel Bieze in Borger gekomen om te luisteren naar de lezing die Klaas Hoogenboezem gaf over het boek Het huis aan het meer van Thomas Harding. Hoogenboezem, die tijdens zijn werkzame leven docent aardrijkskunde en geschiedenis was aan het christelijk lyceum (nu Hondsrug College), toonde zich aangenaam verrast voor de grote interesse in een stuk geschiedenis dat hem zo na aan het hart ligt.

Het huis aan het meer handelt over een bestaand huis en zijn bewoners gedurende de periode van de Eerste Wereldoorlog tot nu. In de Gouden Jaren (1925-1929) gebouwd door een Joodse arts als vakantie- en weekendverblijf voor zijn gezin, kreeg dit huis steeds andere bewoners. Die bewoners maakten de ellende van de Tweede Wereldoorlog mee en de gruwelen van de Russische inname. De Berlijnse Muur liep later door de achtertuin van het huis. Harding, een nakomeling van een van de oorspronkelijke bewoners, beschrijft de politieke gebeurtenissen en de invloed daarvan op de inwoners. Omdat het om het dagelijkse leven van mensen gaat, komt deze bewogen eeuw uit de Duitse geschiedenis indringend binnen.
Bij deze bijeenkomst stonden nu eens niet de literaire kwaliteiten van het boek centraal, maar de historische context. Natuurlijk hadden we allemaal wel gehoord van Bismarck, Kaiser Wilhelm en Hindenburg, maar het fijne van de rol die deze personen in de geschiedenis gespeeld hebben, was ons inmiddels wel weer ontschoten. En hoe zat het ook al weer met die Weimar Republiek? Hoogenboezem legde het ons allemaal haarfijn uit. Dat hij aan hele generaties pubers de nuances van de geschiedenis uit de doeken heeft gedaan, was te horen. Rustig en met af en toe een kwinkslag liep hij met zijn toehoorders de recente Duitse geschiedenis door. Zelfs een modern medium als een Power Point werd ingezet, maar uiteindelijk gaat er toch niets boven een ouderwetse schoolkaart.